Zonneveld

Zonneveld houdt zich bezig met engineering van hoogbouw in binnenstedelijk gebied. Daarnaast maakt zij gebouwen bestand tegen aardbevingen en terroristische aanslagen. Zonneveld behaalt met 34 medewerkers een omzet van € 6 miljoen.

Frans van der Linde

Ex-DGA Zonneveld

Veel ondernemers met een opvolgingsvraagstuk zijn onbekend met het fenomeen pre-exit. Dit houdt in dat vooruitlopend op een toekomstige totale verkoop nu een deelbelang wordt verkocht aan een investeringsmaatschappij. De DGA blijft aan als directeur en werkt samen met de investeerder aan opvolging of exit op termijn. Steeds vaker voorziet deze transactievorm in een behoefte van ondernemers in het MKB.

Peter van Dobben de Bruyn, ex-DGA van Arbo Support, adviseurs voor veilig werken, verkocht in 2012 een deelbelang aan Antea. Voor hem was dit een logische stap naar een totale exit. “In 2011 wilde ik vanuit het oogpunt van risicospreiding een deel verkopen. De toetreding van Antea betekende zo min mogelijk verandering voor het bedrijf en ik vond het zelf wel een zekere mate van comfort geven. Met een investeerder aan boord was er in ieder geval een partij die zich de continuïteit van het bedrijf aantrekt, voor het geval ik tegen een boom aan zou rijden.”

Voor Frans van der Linde van Ingenieursbureau Zonneveld die in 2015 een pre-exit deed met Antea speelde een soortgelijk motief. “Ik ben nu 57 jaar oud en al 25 jaar ondernemer. Als ondernemer sta je altijd in de frontlinie. Eens komt er een moment om een stap terug te doen. Ik heb mijn vrouw 25 jaar geleden toen ik als ondernemer begon beloofd niet tot m’n 65e door te werken. Met een pre-exit kun je voorsorteren op een definitief afscheid. Als we het bedrijf op termijn willen verkopen dan zal de afhankelijkheid van mij verminderd moeten zijn. De komende periode kan ik samen met Antea en de geformeerde Raad van Commissarissen gaan zoeken naar opvolging en mijn werk geleidelijk overdragen.”
Van der Linde geeft aan, dat er ook nog een financieel motief een rol speelde. “De pre-exit geeft je de gelegenheid een deel te cashen. Hoewel ik nooit heb wakker gelegen geeft mij dat financiële rust en zekerheid. Natuurlijk hebben we de afgelopen 25 jaar al wat geld uit de onderneming gehaald, maar nu cash je in één keer een behoorlijk deel. Terwijl je straks nog een keer bij de totale exit kan cashen. Ook het verzilveren gebeurt op deze manier geleidelijk.”

Ook voor Bert Stakelbeek (57 jaar) van technisch detacheerder Yxion was dit financieel aspect een van de redenen om met Antea een pre-exit transactie te doen. “Ik zeg altijd: waarom moet je daarmee wachten tot je oud en lelijk bent? Ik wil werken tot m’n 70e. Maar het is prettig om je succes al eerder te vieren en niet tot je 70e te wachten om de vruchten van je succes te plukken.”

Dat de pre-exit niet alleen voor wat oudere DGA’s geschikt is blijkt wel uit het relaas van Jaap Janssen en Bram Bastiaansen van CO2-emissierechten handelshuis Amsterdam Capital Trading. Zij verkochten in 2011 op 30-jarige leeftijd drie jaar na de start van hun bedrijf een minderheidsbelang aan Antea. “Naast de zakelijke motieven (een klankbord, meer bereidheid tot financiering door de bank na toetreding van Antea en een beter aanzien bij klanten) is het privé fijn dat je een vangnet creëert in het geval het minder zou gaan. Door de verkoop kregen wij meer financiële ruimte om een huis te kopen. Onze ervaring is dat banken minder happig zijn om ondernemers in hun eerste vijf jaar een tophypotheek te verstrekken. En die Porsche 911 stond al 2 jaar eerder voor de deur anders hadden we die zeker op dat moment ook gekocht”, aldus Jaap Janssen.

Tim van der Meer, partner bij Marktlink, die ondernemers adviseert bij de verkoop van hun bedrijf ziet dit motief vaker. “Met de crisis in het geheugen is het best eng om je hele vermogen in één onderneming te hebben zitten. Door een deel te verkopen aan een investeringsmaatschappij kun je een deel van je vermogen uit de risicosfeer halen.” Maar er zijn meer argumenten: “Je krijgt er een professional bij die je kan helpen bij het verkoopklaar maken van de onderneming. Je krijgt een partner met diepe zakken en met wie je kan sparren. Je staat er niet meer alleen voor.”

Bert Stakelbeek herkent zich in die eenzaamheid. “Ook voor ons was het een van de redenen voor een pre-exit. De investeerder heeft bijvoorbeeld gezorgd voor een Raad van Commissarissen bestaande uit ervaren ondernemers. Binnenkort hebben we met hen een brainstormsessie om over verbetering van de bedrijfsprocessen te praten. Zonder een investeerder aan boord hadden we nooit gedacht aan een RvC.”

Sommige investeerders mijden de pre-exit omdat ze bang zijn voor een verminderde motivatie bij de ondernemer na gedeeltelijk cashen. Tim van der Meer deelt die angst niet. “Heel veel ondernemers zijn al financieel onafhankelijk voordat ze een pre-exit aangaan. Meer geld op de bank betekent niet dat ze op hun lauweren gaan rusten.”

Ook Frans van der Linde ervaart die verminderde motivatie niet. “Ik kan er me niks bij voorstellen. Als je zo in elkaar zou zitten hou je het niet 25 jaar vol. Bij mij treedt juist het tegenovergestelde op. Ik wil eerder bewijzen dat Antea een goeie deal heeft gedaan. Daar komt bij dat de toetreding van een nieuwe aandeelhouder en commissarissen me nieuwe energie geeft. Ik wil nu nog even de eindsprint inzetten.”
Voor Bert Stakelbeek geldt hetzelfde. “Verminderde motivatie? Integendeel. Het motiveert juist om Antea tevreden te stellen. Ik heb het vertrouwen gekregen. Dat wil ik niet beschamen. We hebben duidelijke doelstellingen afgesproken. Die wil ik halen. Voorheen hadden we geen doelstellingen. Als de winst een keer halveerde was het ook geen ramp. Op een gegeven moment dreigt het gevaar van achterover hangen. Een investeerder aan boord halen maakt je extra scherp.”

Het laatste woord is aan Van der Linde van Zonneveld die aangeeft waarom niet voor een verkoop aan een strategische partij is gekozen. “Ik wilde geen volledige exit omdat ik nog wil ondernemen. Antea loopt me niet voor m’n voeten. Ik heb de ruimte om te ondernemen. Als ik nu 100 % verkocht zou hebben aan een strategische partij dan had ik me voor een aantal jaar moeten committeren en was ik nu manager binnen een groot bedrijf geweest. Ik moet er niet aan denken. Ondernemen is gewoon heel leuk.”